Beschikbaarheid van grondstoffen voor de potgrondproductie dreigt in het gedrang te komen
- Hits: 5010
De voorbije jaren is de vraag naar teeltsubstraten of potgrond gevoelig gestegen. Enerzijds is er de gangbare professionele tuinbouw, waar strenge eisen nodig zijn om tot een bruikbaar substraat te komen, dat voldoende opbrengst en kwaliteit waarborgt. Anderzijds is er ook een sterke toename van consumentengebruik van potgronden. Deze sterk stijgende vraag in het gebied van consumenten komt er recent door de gevolgen van Covid-19 en de genomen Coronamaatregelen, waardoor thuisbeleving een grotere rol in het leven van de bevolking gaat spelen. Daardoor wordt meer in de tuin geïnvesteerd, waar potgrond een belangrijk deel van uitmaakt. De laatste jaren is er ook een sterk gestegen interesse in "urban farming" (stedelijk tuinieren) waarbij stadsbewoners op kleine oppervlaktes (de m²-‐tuin bvb) of langs muren begroeiing aanleggen. Deze vormen van plantenkweek vereisen substraten.
Het aanbod aan grondstoffen voor de bereiding van substraten is niet oneindig. De sector zoekt reeds lange tijd naar alternatieve grondstoffen, die het aanbod voor de aanmaak van teeltsubstraten kunnen verhogen. Naast de klassieke grondstoffen, zoals veen, turf en turfstrooisel, komen nieuwe stromen in aanmerking. Compost, kokosvezel , houtvezel en schorscompost zijn een welkome aanvulling in het grondstoffenpalet. Beheerresten, zoals bermmaaisel, heideplagsel en groencompost vormen een meer recent pakket aan grondstoffen, maar zijn beperkt naar inzet omwille van het wisselend karakter in kwaliteit en aanvoer naargelang de seizoenen.
De producenten van teeltsubstraten staan onder grote druk om gericht en snel de nodige hoeveelheid aan potgrond te kunnen aanleveren, die aan de kwaliteitseisen voldoet om zowel het professionele als consumentensegment te kunnen bedienen. Deze trend wordt over geheel Europa vastgesteld en zal de vraag naar grondstoffen nog doen toenemen.
Aanvoer van grondstoffen uit overzeese gebieden, zoals plantaardige vezels van kokos, cacao of suikerriet, bieden een belangrijke aanvulling, maar zijn zeer gerelateerd aan de aanvoermogelijkheden met containertransport. De recente gebeurtenis in het Suez kanaal heeft duidelijk de breekbare gevoeligheid van dit systeem benadrukt.
Een voldoende beschikbaarheid van lokaal of over land te verkrijgen grondstoffen is van substantieel belang om de leverzekerheid van substraten te bekomen.
Studies hebben aangetoond dat de vraag naar teeltsubstraten in 2050 wereldwijd tot 4 keer de hoeveelheid van vandaag zal bedragen. Vooral in groeilanden zoals China en India neemt de vraag naar teeltsubstraten fors toe, waardoor de wereldvraag naar grondstoffen nog zal stijgen. Deze stijgende vraag zal de aanvoer voor de Belgische producenten beperken en duurder maken. Willen we in de toekomst in staat zijn om voldoende potgronden aan een aanvaardbare prijs aan te bieden, dan zullen alle zeilen moeten bijgezet worden en zal de ervaring van de potgrondfabrikanten van extreem groot belang zijn. Zij zijn immers in staat de kwaliteit van de grondstoffen te beoordelen voor het beoogde doel en de optimale samenstelling te bepalen. De keuze zal daarbij vallen uit een selectie van turf of veen, aangevuld met groencompost, schorscompost, houtvezel, kokos, beheerresten, ... naargelang beschikbaarheid.
Turf of veen is een belangrijke grondstof in de productie van potgronden. Deze wordt ontgonnen in veengebieden wereldwijd. De Belgische potgrondfabrikanten maken vooral gebruik van veen van gebieden in de EU of de omringende landen. De ontginning en aanvoer van turf is daarbij sterk gebonden aan de weersomstandigheden. Natte winters kunnen er voor zorgen dat de aanvoer in mindere mate of te laat doorgaat. Het gebruik van alternatieve grondstoffen is dan ook van cruciaal belang en zal meer worden ingezet. Turf en alternatieve bronnen gaan dus hand in hand. De een sluit de andere niet uit en de potgrondfabrikanten zijn zich ten volle bewust van deze samenhang, waar ze volop op inzetten.
Het veen van vandaag wordt ontgonnen op volledig vergunde velden, wat betekent dat het afkomstig is van verantwoorde veengebieden, die geen ecologische meerwaarde meer hebben, of van gebieden, waar voldoende reconversie mogelijk is.
De eigenschappen van turf en veen zijn van die aard, dat ze de typische eigenschappen van een potgrond bepalen. Het gebruik van veen en turf in potgrond is in vele gevallen onontbeerlijk om het mogelijk te maken om met alternatieve grondstoffen te gaan werken. Alle beschikbare grondstoffen, ook turf, zijn nodig om aan de groeiende vraag naar substraten te kunnen voldoen. Substraten zijn essentieel voor een verantwoorde voedselproductie en voor groene, leefbare steden.
De Belgische Potgrond Federatie (BPF) vzw vertegenwoordigt met 16 leden het grootste gedeelte van de Belgische potgrondproductie.